1000 jaar Gentsekoop
Ik kwam eens Moby tegen in een steegske
De Schepenhuisstraat tussen het stadhuis en de Onderstraat. In dat onooglijke achterafstraatje heeft wereldster Moby ooit een kleine galerij uitgekozen om zijn foto’s te tonen. Enfin, uitgekozen — de galerij is er speciaal voor opgericht. Dit is een petite histoire over twee ambitieuze Gentenaars die plots mochten meespelen met de grote jongens.
We schrijven voorjaar 2011. Fotograaf Wouter Van Vaerenbergh en journalist Ben Van Alboom krijgen de vraag of ze geen plek weten waar Moby zijn fotoproject Destroyed kan komen voorstellen. Destroyed, dat was een reeks foto’s die de muzikant had gemaakt op wereldtournee, vooral van desolate stedelijke plekken. Beelden zonder groupies dus, want Moby was (en is) niet dat soort van rockster.
In al hun naïviteit gingen Wouter en Ben met hun vraag aankloppen bij verschillende Gentse musea en galeries, maar die toonden allemaal zero interesse. Een popster die zelf foto’s maakt? ’t Zal wel! Nu, ze kenden de New Yorker persoonlijk, want ze hadden hem zelf voordien al gefotografeerd voor hun eigen muzikale fotoproject Angels & Ghosts.
Het was Gent en het was Moby, dus daar moest een feestje van komen.
En zo kregen de jonge Gentenaars de peper in hun gat. Ze lieten Moby weten dat ze het dan maar zelf gingen doen in hun eigen galerij. Alles in orde, zaak beklonken. Klein detail: er was geen galerij. Vage plannen, dat wel, maar die moesten nu heel concreet worden — en rap. Op de benedenverdieping van Ben zijn huis, waar nu de katten van Dreamcatchers wonen, richtten ze aan een rotvaart de A&Gallery op.
Het waren mini-Gentse Feesten toen ze de deuren van de galerij opensmeten. In aanwezigheid van Moby uiteraard, die nadien ook nog een dj-set heeft gespeeld om de hoek, in de middeleeuwse kelder van het NH Hotel. En zoals te verwachten viel, bleek die tien keer te klein voor iemand van zijn kaliber. Mensen stonden het blokske rond aan te schuiven, en wie binnen is geraakt, is bezweet van kop tot teen buitengekomen.
